Grote beleggers leggen het ondernemingsbestuur van beursgenoteerde bedrijven vaker onder het vergrootglas. In Duitsland maken raden van commissarissen vaak geen goede beurt. De relatief lange zittingsduur van commissarissen is een oorzaak, vinden buitenlandse beleggers.
In Duitsland wordt al jaren gediscussieerd over de vraag hoe beter toezicht kan worden gehouden op de raden van bestuur van grote ondernemingen. Het schort volgens buitenlandse beleggers niet zelden aan een frisse blik, deskundigheid en een ruime taakopvatting.
Neem hun rol in de grote Duitse schandalen: de oude zwartgeldaffaire bij Siemens, de dieselmalversaties bij VW, Deutsche Bank, recent Wirecard en de peperdure mislukte missers bij Bayer en ThyssenKrupp.
In Duitsland wordt breed erkend dat deze voorbeelden geen goede indruk geven van de toezichthoudende organen. De Duitse kapitaalmarkt heeft raden van commissarissen nodig die een échte tegenhanger van de raad van bestuur kunnen zijn, die op gelijke hoogte met hen kunnen discussiëren en dat ook doen.
Thuiswerken
De pandemie maakt hun werk uitdagender. In een recente enquête zei driekwart van de commissarissen dat hun controletaak zich “in zijn geheel niet” leent voor thuiswerken. Volgens governance-expert Manuel Theisen missen commissarissen informatie voor de precieze analyse van cijfers. Er blijft weinig tijd én zin over voor historische vergelijkingen en prognoses, schreef hij onlangs in zijn nieuwsbrief Der Aufsichtsrat.
Hoe belangrijk een doortastende raad van commissarissen kan zijn toont de Wirecard-affaire aan. De rol van de raad van commissarissen is de afgelopen jaren in Duitsland versterkt. De raad van commissarissen kan bijvoorbeeld een onafhankelijke accountant benoemen bij twijfel over de boekhouding. Maar dat is bij het betaalbedrijf niet gebeurd.
De Wirecard-commissarissen namen hun taak niet erg serieus. Vanaf 2008 was Wulf Matthias twaalf jaar lang voorzitter. Hij legde bestuurders Markus Braun en Jan Marsalek geen strobreed in de weg.
Buitenlandse beleggers legden de vinger op de zere plek. Het Britse hedgefonds Children’s Investment Fund nam Wirecard al jaren geleden onder vuur omdat twee van de vijf commissarissen al meer dan tien jaar aan boord waren bij de voormalige belofte uit de Duitse beurswereld.
Old boys
In Duitsland zijn commissarissen vaker vastgeplakt aan hun zetel. Hoogleraar Michael Wolff van de universiteit van Göttingen nam 160 Duitse beursfondsen onder de loep. “Je hoort vaak dat Duitse old boys-netwerken aan het verdampen zijn”, zegt hij. “Maar dat valt erg tegen.”
Wolff wijst erop dat 23 procent van de commissarissen van DAX-fondsen meer dan negen jaar blijft zitten. Dat was tien jaar geleden nog maar 15 procent.
“Ze zijn goed betaald beroepscommissaris en/of zitten er al heel lang, zoals Paul Achleitner en Gerd Krick met achttien jaar bij respectievelijk Bayer en Fresenius. Een lange verbintenis creëert automatisch afhankelijkheid. Het schort in Duitsland aan een onafhankelijke blik.”
Bovenaan het lijstje van Wolff staat Manfred Nüssel, die 38 jaar commissaris is bij het agrobedrijf Baywa. Thore Ohlsson is 28 jaar commissaris bij Puma en Mark Binz 27 jaar bij brillenmaker Fielmann.
In Duitsland was het een traditie dat bestuursleden na hun vertrek probleemloos konden doorstromen naar de raad van commissarissen. Allianz, Munich Re, Bayer, BASF, Linde en SAP waren bekende voorbeelden. Maar het toezicht houden op een opvolger en soms ook de eerdere eigen cfo is sterk op zijn retour in Duitsland, zegt Wolff. “Daar hebben internationale beleggers met succes flink achteraan gezeten.”
Positieve bewegingen
Marion Plouhinec werkt voor een van deze beleggers. “Ja, we zien positieve bewegingen”, zegt de analist die bij LGIM verantwoordelijk is voor milieubeleid, sociaal beleid en goed ondernemingsbestuur. “Maar we moeten dat nog meer pushen. We willen meer voorbeelden zien.”
Als voorbeeld is te noemen het duidelijke nee van aandeelhouders op het idee om Daimler-topman Dieter Zetsche in de raad van commissarissen te parachuteren. Terechte kritiek van beleggers op het gebrek aan onafhankelijkheid heeft geleid tot wetswijzigingen, zoals de afkoelingsperiode van twee jaar voor bestuursleden.
Als een voormalig bestuurder een succesvolle staat van dienst heeft, kan het zinvol zijn hem daarna in de raad van commissarissen te kiezen voor zijn deskundigheid. Maar grote beleggers in Duitse beursfondsen eisen wel dat een meerderheid van de commissarissen van de onderneming onafhankelijk is.
Vermogensbeheerder Legal & General Investment Management (LGIM) wil dat commissarissen in Duitsland vaker worden getoetst en waar nodig vervangen. “Het draait ons om betere checks en balances en het beter afleggen van verantwoording door ondernemingen”, zegt Plouhinec van LGIM. “Er is nog werk te verrichten in Duitsland. Een lange adem is nodig. We zien wel vooruitgang. Maar het is een learning curve.”
Op lange termijn pleit LGIM voor een zittingsduur van slechts één jaar, zoals in Zwitserland en Scandinavische landen. In Duitsland worden commissarissen verkozen voor vijf jaar. In Frankrijk, Spanje en Nederland is dat vier jaar en in Italië drie. Door de lange zittingsduur staan beleggers zwak om ze op een AvA ter verantwoording te roepen.
De Britten schreven samen met andere institutionele grootbeleggers uit de VS en Europa vorig jaar een brief aan de dertig bedrijven uit hoofdindex DAX met het verzoek de termijn nu vast terug te brengen tot drie jaar. LGIM zegt vanaf dit jaar “sancties” op te leggen aan bedrijven die commissarissen voor meer dan vier jaar aanstellen. Dat betekent in de praktijk de verwijdering van het aandeel uit de portefeuille.
Gewenning
Niet alle beleggers in Duitse ondernemingen lopen warm voor een hele korte termijn. Een ambtstermijn van één jaar kan ertoe leiden dat onaangename commissarissen weer snel door de onderneming uit de weg worden geruimd. Complexe bedrijven vereisen tenslotte een periode van gewenning.
Beleggers spreken zich steeds nadrukkelijker uit voor hogere standaarden op het terrein van goed ondernemingsbestuur. Commissarissen moeten niet op de stoel van de manager willen zitten, maar meer betrokkenheid en andere vaardigheden zijn nodig, zegt Wolff.
“De trein is later vertrokken dan in Nederland, maar de tijden zijn aan het veranderen in Duitsland. De druk van grote buitenlandse beleggers als Vanguard en Blackrock maakt Duitsland professioneler. Ook Duitse grootbeleggers als DWS spreken zich nu uit. De trend is onomkeerbaar.”
Plouhinec van LGIM zegt dat de afdelingen investor relations van bedrijven verbeteren net als de dialoog met het bestuur en de commissarissen. “De ESG-focus wordt scherper.”
Dat de Duitsers niet leven op een eiland moge duidelijk zijn. Duitse bedrijven zijn wereldwijd actief en hebben een wereldwijde groep eigenaars die hun stem laten horen. In het verleden hebben raden van commissarissen vaak te weinig bereidheid getoond om de dialoog aan te gaan. Dit is aan het veranderen. Anderzijds hebben buitenlandse investeerders de laatste jaren veel geleerd over het Duitse systeem en houden zij in hoge mate rekening met de Duitse eigenaardigheden.
Soms willen beleggers meer dan gebruikelijk is in Duitsland.De Duitse Corporate Governance Code wordt op essentiële onderdelen namelijk toegepast door de overgrote meerderheid van de ondernemingen. Daarnaast zijn er eigen richtlijnen van beleggers die daarvan afwijken. Deze worden door de ondernemingen vaak niet toegepast, deels omdat zij niet bekend zijn, deels omdat ze strijdig zijn met de Duitse Code, en deels omdat de ondernemingen zich er niet aan willen houden.
Level playing field
Plouhinec verdedigt de veeleisendheid. “Grote Duitse bedrijven hebben vooral buitenlandse aandeelhouders. Ze worden geholpen met de best practices die wij elders oppikken. Een level playing field is goed voor Duitsland én voor ons als aandeelhouders in deze bedrijven.”
Commissarissen hebben in Duitsland veel meer te zeggen dan ze vaak daadwerkelijk doen. De Duitse code voor goed ondernemingsbestuur stelt dat de taak van de raad van commissarissen is om leden van de raad van bestuur te benoemen en te ontslaan. Het orgaan houdt toezicht op het bestuur en adviseert ook inhoudelijk bij het besturen van de vennootschap. De toezichthouders worden geacht betrokken te zijn bij besluiten die voor de vennootschap van fundamenteel belang zijn.
Lang niet alle commissarissen in Duitsland kunnen een balans lezen. In het Duitse wetsvoorstel voor de verbetering van de integriteit op de financiële markten van na Wirecard staat dat “ten minste twee” commissarissen die deskundigheid moeten hebben. Het onderstreept het belang van het kunnen bestrijken van een breed scala van onderwerpen die voor de onderneming van belang zijn: operationele kennis, digitalisering, duurzaamheid en corporate governance.
Diversiteit
Meer internationale inbreng, ook in de raden van commissarissen, is volgens Wolff meer dan welkom in Duitsland. “Veel Duitse bedrijven verdienen het overgrote deel van hun geld in het buitenland. Maar de raden van commissarissen zijn gevuld met voornamelijk Duitsers.”
Een meer diverse raad is sowieso gewenst, en dat brengt automatisch meer professionaliteit, zegt hij. “In de huidige tijd is er behoefte aan kennis over strategie, transformatie en digitalisering. Door de vraag naar meer diversiteit in de bestuurskamers wordt de zoektocht naar commissarissen automatisch professioneler. Dat is goed voor Duitsland.”
Desondanks heeft Duitsland nog wel wat in te halen. De Europese richtlijn over de boekhoudcontroles schrijft al vele jaren de oprichting van een auditcomité binnen de raad van commissarissen voor. Duitsland heeft dit deel van de richtlijn nog niet ten uitvoer gelegd. De overgrote meerderheid van de grote Duitse ondernemingen voldoet wel aan deze eis, met Wirecard helaas als roemloze uitzondering.
LGIM claimt grote twijfels gehad te hebben over Wirecard. Plouhinec zegt op de aandeelhoudersvergadering van 2019 tegen de kwijting van alle individuele leden van de raad van bestuur en de raad van commissarissen gestemd te hebben. De Britse grootbelegger noemt dit “een zeldzame en belangrijke stap in het kader van ons stemescalatiebeleid”. Plouhinec: “Wat konden we nog meer doen? Veel meer mogelijkheden heb je in Duitsland niet als aandeelhouder.”
Sommige beleggers zouden graag een stap verder gaan: het rechtstreeks verhalen van schade bij de raad van commissarissen en de raad van bestuur door aandeelhouders. Helaas bestaat die mogelijkheid nog niet in Duitsland. De rechten van de aandeelhouders zijn op dit gebied onderontwikkeld.
VEB-lidmaatschap |
---|
Nog geen VEB-account? |
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen. Indien u lid bent, maar nog geen account heeft kunt u ook klikken op ‘inloggen’ en daarna een account aanmaken. |
|
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap |